Deeleconomie 2.0 – nieuwe regels voor erkende deelplatformen

Vervolg en update op artikel “Sharing is caring. De Deeleconomie neemt een vliegende start” van 24.08.2017 

 To share or not to share, that’s the question. Stimuleren we de deeleconomie ja of neen? De wetgever zei reeds twee jaar geleden volmondig “ja” met de invoering van een fiscaal gunstregime met de Programmawet van 26 juli 2016. Toch is de in de volksmond bekende “500 euro onbelast bijverdienen per maand” geen onbesproken onderwerp.

Vandaag, minder dan twee jaar later, worden we geconfronteerd met een nieuw wettelijk kader dat de eerdere principes vervangt, maar waarmee de wetgever haar initiële keuze pro deeleconomie bekrachtigt: de Wet betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie van 18 juli 2018.

 

  1. Uitgebreider toepassingsgebied – verenigingswerk en occasionele diensten van burger tot burger

Het toepassingsgebied van de nieuwe regels, inclusief het fiscaal gunstregime, werd uitgebreid naar (i) het verenigingswerk en (ii) occasionele diensten verricht tussen burgers. Niet alleen diensten verricht via erkende deelplatformen vallen dus onder de scope van deze nieuwe regeling. In dit artikel zoomen we in op de platformeconomie.

 

  1. De (nieuwe) voorwaarden

De diensten verricht via erkende deelplatformen worden op fiscaal niveau beschouwd als “diverse inkomsten”. Om onder de categorie van diverse inkomsten te vallen dienen de onderstaande voorwaarden vervuld te zijn:

  • De diensten worden verstrekt door en aan natuurlijke personen die niet handelen in het kader van hun beroepsactiviteit (dus zowel de dienstverlener als ontvanger van de dienst bevinden zich in een niet-professionele sfeer).
  • De diensten worden verleend in het kader van overeenkomsten die door de tussenkomst van een erkend platform tot stand zijn gekomen.
  • De vergoedingen met betrekking tot de diensten verricht via het deelplatform, moeten ook mits tussenkomst van dat deelplatform worden betaald.
  • De inkomsten mogen enkel voortkomen uit diensten die uitsluitend worden verleend in het kader van overeenkomst die door tussenkomst van het platform tot stand zijn gekomen of in het kader van overeenkomsten tot occasionele diensten tussen burgers.

Diensten geleverd onder toepassing van de nieuwe regeling op de deeleconomiewetgeving zijn niet-BTW plichtig en de dienstverlener in kwestie dient zich niet als zelfstandige te registreren. Zodra de dienstverlener echter (om welke reden dan ook) niet meer onder het toepassingsgebied van de deeleconomiewetgeving valt, valt het fiscaal gunstregime weg en dient er mogelijks wel een aansluiting als zelfstandige te gebeuren, alsook BTW te worden aangerekend op de geleverde diensten.

 

  1. Het verdienplafond

De nieuwe wet verhoogt het jaarlijks inkomstenplafond van het fiscaal gunstregime naar 3.830 EUR. Dit bedrag dient jaarlijks te worden geïndexeerd. Voor inkomstenjaar 2018 (en o.b.v. de laatst beschikbare cijfers) komt dit neer op een maximum te verdienen bedrag van 6.130 EUR.

In bepaalde gevallen (maar niet voor diensten verricht via deelplatformen), is er ook een maandelijks verdienplafond (1/12de van 3.830 EUR geïndexeerd). Indien de bruto-inkomsten het plafond overschrijden worden ze, behoudens tegenbewijs, als beroepsinkomsten gekwalificeerd.

Het brutobedrag omvat het bedrag dat door tussenkomst van het erkend platform wordt betaald of toegekend vermeerderd met de bedragen ingehouden voor of door het erkend platform.

Belangrijke kanttekening is dat alle inkomsten worden samengeteld om te berekenen of de belastingplichtige al dan niet het plafond heeft overschreden. Dit wil zeggen dat wanneer er inkomsten worden verdiend via verschillende deelplatformen, via verenigingswerk of via burger tot burger diensten, ook deze verdiensten (samen) in aanmerking komen voor de berekening.

 

  1. Welke voordelen biedt een erkenning als deelplatform?

Enkel diensten verricht via erkende deelplatformen komen in aanmerking om fiscaal gunstig te worden benaderd. Als platform heb je dus een competitief voordeel door erkend te zijn.

Meer informatie over de erkenningsprocedure en het desbetreffende aanvraagformulier is hier beschikbaar.

 

  1. Wijzigingen ten opzichte van de regeling van uit de (eerdere) Programmawet

De voornaamste veranderingen t.a.v. het regime uit de Programmawet voor deelplatformen, zijn de volgende:

  • Een verlaging van de toepasselijke belastingsdruk, waarbij de belastingsdruk wordt verlaagd naar nul.
  • Een verhoging van het verdienplafond naar 3.830 EUR (te indexeren) op jaarbasis.
  • Verruimd toepassingsgebied (ook voor verenigingswerk en diensten van burgers aan burgers).

 

  1. In de praktijk en Four & Five

De deel- en platformeconomie kent momenteel een enorme opmars. Het aantal (erkende) deelplatformen blijft dan ook stijgen en bedraagt momenteel al meer dan 40 erkende entiteiten.  Een lijst van erkende platformen is hier beschikbaar.

De deeleconomie bevindt zich midden in het kruispunt tussen technologie en maatschappelijke verantwoord ondernemen. Het is de verwezenlijking van een moderne maatschappijvisie en een motor voor innovatie doorheen verschillende sectoren. De deeleconomie regeling is dan ook geregeld voer voor het publiek debat.

De complexiteit en snelle evolutie van de toepasselijke wetgeving maakt het noodzakelijk voor ondernemers in deze sector om constant up to date te blijven. Four & Five heeft specifieke expertise inzake de deeleconomie wetgeving en assisteert platformen in de erkenningsprocedure, met alle contractuele vragen en staat platform ondernemers bij met het implementeren van GDPR.

 

Auteur: Nathan Schryvers